De Europese Privacyuitdaging
Waarom Europa eindelijk moet investeren in alternatieven voor Amerikaanse diensten
De discussie over privacy en gegevensbescherming is de afgelopen jaren steeds relevanter geworden, vooral door de invoering van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) in Nederland – de Nederlandse implementatie van de General Data Protection Regulation (GDPR), die sinds 25 mei 2018 in de hele Europese Unie van kracht is. Deze wetgeving staat in scherp contrast met de aanpak in de Verenigde Staten, waar privacywetgeving minder strikt is.
Maar het gaat niet alleen om de regelgeving – de fundamentele strijd ligt in de structurele incompatibiliteit tussen Europese en Amerikaanse wetgeving, die grote gevolgen heeft voor bedrijven en overheden (eigenlijk) aan beide kanten van de Atlantische Oceaan.
Juridische ongelijkheid
De kern van het probleem is dat Amerikaanse bedrijven, zelfs wanneer ze persoonsgegevens opslaan op servers binnen de EU, verplicht kunnen worden om deze gegevens indirect aan de Amerikaanse overheid over te dragen. Dit komt doordat Amerikaanse wetgeving, zoals de CLOUD Act, hen kan dwingen toegang te verlenen, ongeacht de locatie van de data. Hierdoor staan Europese overheden en bedrijven voor een dilemma: hoewel ze gebruik maken van cloudservices van Amerikaanse bedrijven zoals Microsoft 365, lopen ze het risico dat persoonsgegevens niet voldoende beschermd worden tegen Amerikaanse inmenging.
De pogingen om de overdracht van persoonsgegevens tussen de EU en de VS te legaliseren zijn herhaaldelijk gestrand. Zowel het Safe Harbor-akkoord als het Privacy Shield zijn door Europese rechters ongeldig verklaard, en de recente poging, het Transatlantic Data Privacy Framework (TDPF), staat nu ook onder druk.
De impact van Donald Trump
Een belangrijke factor in de recente ontwikkelingen is de beslissing van de Amerikaanse regering om de Privacy and Civil Liberties Oversight Board (PCLOB), een instantie die toezicht houdt op de privacypraktijken van Amerikaanse inlichtingendiensten, buiten werking te stellen. Dit gebeurde op 28 januari 2025 en maakt de juridische situatie rondom de overdracht van persoonsgegevens naar Amerikaanse bedrijven nog onzekerder. In feite is het nu al duidelijk dat de overdracht van persoonsgegevens naar Amerikaanse aanbieders zoals Microsoft 365 binnen de EU waarschijnlijk onwettig zal worden.
Het artikel Watching the Watchers: The Future of the Privacy and Civil Liberties Oversight Board op techpolicy.press bespreekt de recente ontwikkelingen rondom de Privacy and Civil Liberties Oversight Board (PCLOB). Kort na de start van het tweede presidentschap van Trump heeft de regering alle drie Democratische leden van de PCLOB ontslagen, waardoor alleen het Republikeinse lid Beth Williams overblijft.
Williams benadrukt dat de PCLOB ondanks het gebrek aan een quorum blijft functioneren, maar erkent dat de mogelijkheden beperkt zijn zonder minimaal drie leden. Ze wijst op lopende projecten, zoals het waarborgen van de afstemming van Amerikaanse surveillancepraktijken met Europese normen voor gegevensbescherming en het onderzoeken van overheidsinspanningen tegen desinformatie en de impact daarvan op de vrijheid van meningsuiting.
Het artikel werpt vragen op over de effectiviteit en onafhankelijkheid van de PCLOB in deze nieuwe samenstelling en benadrukt het belang van een volledig bezette en diverse raad om adequaat toezicht te kunnen houden op inlichtingenactiviteiten en de bescherming van burgerrechten.
Een quorum is het minimale aantal leden dat aanwezig moet zijn bij een vergadering of besluitvormingsproces om geldige beslissingen te kunnen nemen. Zonder een quorum kunnen officiële besluiten niet rechtsgeldig worden genomen, wat betekent dat een orgaan als de Privacy and Civil Liberties Oversight Board (PCLOB) in feite niet volledig kan functioneren.
Williams beweert dat de PCLOB ondanks het gebrek aan een quorum blijft functioneren, maar dit is op zijn minst dubieus. In werkelijkheid kan ze als enig overgebleven lid hooguit lopende onderzoeken inzien, zonder de macht om daadwerkelijk controle uit te oefenen. Door te suggereren dat het orgaan nog steeds functioneert, wekt ze de indruk dat er niets aan de hand is, terwijl de PCLOB feitelijk grotendeels lamgelegd is. Probeert ze de situatie politiek te verzachten of goed te praten? Maar is dat überhaupt verdedigbaar?
Ongelijk speelveld
Het gevolg van deze situatie is dat Europese bedrijven en overheden steeds minder toegang hebben tot Amerikaanse cloudservices, omdat de risico’s rondom privacy niet te negeren zijn. Tegelijkertijd zijn Europese alternatieven vaak duurder, omdat zij strengere privacyregels moeten naleven. Dit creëert een ongelijk speelveld: Amerikaanse bedrijven kunnen doorgaan met het gebruik van gegevens voor commerciële doeleinden, waardoor zij hun diensten vaak goedkoper kunnen aanbieden.
Dit verschilt van de situatie in Europa, waar privacybescherming hoog in het vaandel staat, maar de economische voordelen van gegevensverzameling en -verwerking door techbedrijven vaak moeilijker te realiseren zijn. De oplossing lijkt simpel: Europese bedrijven en overheden zouden moeten overstappen op alternatieven voor Amerikaanse cloudservices. Maar in werkelijkheid is Europa achtergebleven in de ontwikkeling van schaalbare en betrouwbare alternatieven, wat de overgang bemoeilijkt.
De Nederlandse Overheid heeft een bijzonder probleem
Dit probleem is niet alleen relevant voor bedrijven, maar ook voor overheden, en specifiek voor de Nederlandse overheid. Veel overheidsinstellingen in Nederland leunen zwaar op diensten zoals Microsoft 365 voor hun dagelijkse bedrijfsvoering. Wanneer de juridische situatie rondom de overdracht van persoonsgegevens naar de VS verder verslechtert, komen deze overheidsinstellingen in de problemen. Ze kunnen hun werkzaamheden niet langer op dezelfde manier voortzetten, tenzij ze overstappen naar alternatieve oplossingen die voldoen aan de strenge(re) Europese privacyregels.
Kansen voor Europa
Maar deze moeilijke situatie kan ook een kans bieden. De juridische blokkades rondom de overdracht van persoonsgegevens naar de VS kunnen Europa wel eens aansporen om eindelijk werk te maken van onafhankelijke alternatieven voor diensten zoals Microsoft 365. De afhankelijkheid van Amerikaanse techreuzen kan Europese bedrijven, gesteund door de EU, de motivatie geven om meer te investeren in de ontwikkeling van schaalbare, veilige en betrouwbare Europese technologieën.
Het feit dat Amerikaanse bedrijven zoals Microsoft 365 hun diensten op grote schaal aanbieden, komt niet alleen door gebruiksvriendelijkheid of de voorkeur van gebruikers, maar vooral door de juridische flexibiliteit die zij genieten in de VS. Europese bedrijven moeten nu echter het heft in eigen handen nemen. Met steun van Europese beleidsmakers en investeringen in technologieontwikkeling, zou Europa eindelijk de kans kunnen krijgen om echte, onafhankelijke alternatieven te creëren die zowel veilig als concurrerend zijn.
Conclusie
De uitdagingen rond privacywetgeving in Europa zijn geen kwestie van gemakzucht of onverschilligheid van gebruikers, maar van fundamentele juridische en economische ongelijkheid – zowel qua kosten als verdienmodellen. De recente ontwikkelingen rondom de PCLOB en het TDPF kunnen precies de stimulans zijn die Europa nodig heeft om een sterke, onafhankelijke techindustrie op te bouwen.
De ingrepen van de Amerikaanse regering onder president Donald Trump maken eens te meer duidelijk hoe kwetsbaar Europa is zolang het afhankelijk blijft van Amerikaanse techreuzen. Dit moment biedt een unieke kans: door te investeren in eigen alternatieven kan Europa niet alleen voldoen aan strenge privacywetgeving, maar ook werken aan een eerlijker, duurzamer en technologisch zelfredzaam landschap – vooral voor overheden zoals die van Nederland, die nu nog sterk leunen op Amerikaanse diensten.